We zijn allemaal begonnen in een slootje.
Dan is het Sneekermeer heel wat.
Eenmaal op het meer wen je aan de ruimte van het water.
Dan vaar je naar Lauwersoog naar een verlaten eilandje op het Lauwersmeer.
Schiermonnikoog wenkt, even schutten en je bent er zo.
Dan wordt de volgende reis Terschelling en dan Vlieland.
Dan ga je het Duitse mini wad op naar paarden eiland Juist en grote bieren eiland Spiekeroog
en ga je over de Weser nadenken.
Eenmaal op de Weser en de Elbe zit je zo op de Oostzee.
En dan kom je niet meer zo gauw terug op de slootjes in Friesland.
Ik kan mij nog goed herinneren hoe ik in de jaren 60 bij Hollum op Ameland
stond te kijken naar de fonteinen van water op het Bornrif.
Heel intimiderend.
Je weet dan niet, dat boven het Bornrif in dieper water, je prima kan verkeren.
Ik was in 1987 op weg van Terschelling naar Ameland.
Na het wantij van Terschelling zag ik niets dan witschuim en rollers in de verte.
waar ik dan met het polyester bootje van 8 m langs moest.
Het bleek het Blauwe Balg geultje te zijn.
Links niks dan schuim van steigerende golfkammen en in het geultje mooi kalm water met in de verte de vuurtoren.
Ik vond het een Bijbelse ervaring.
Misschien vraag je je af waar je het vertrouwen vandaan haalt.
Nou, uit de Perkins 4108 en een schone tank met dieselolie.
Fantastische motor, miste nooit een slag.
Als je op weg bent naar de Oostzee heb je net zo’n ervaring
als je bij Norderney over het Dove Tief naar buiten vaart naar de uiterton.
Maar als je eenmaal met je bootje ter plekke bent,
valt het allemaal reuze mee.
En ja, je kunt bij Staveren rechtuit naar Medemblik varen.
Op een mooie stille dag met zon.
Als je bang bent voor zeeziekte neem je 2 capsules vitamine C in als je vertrekt.
Misschien een pak Chocomel mee.
Mooiste dag op het water ooit.
Een geduldige schipper heeft altijd een mooie wind.