door R.C.Grootveld » 06 Aug 2014, 22:54
Los van het feit, dat ik dit geen slimme actie vind, heb ik het BPR er maar eens op nageslagen en gekeken naar de definities van het een en ander en lijkt het reglementair toch iets anders te liggen dan je op het eerste gezicht zou denken.
Art 1.01, A: Typen schepen
Klein schip: Schip waarvan de lengte kleiner is dan 20m ...... zulks met uitzondering van
a: een schip wat een groot schip sleept, assisteert etc.
Kijkend naar de verhoudingen van het eea, lijkt de gesleepte drijfsteiger langer dan 20m en kan deze hele combinatie als "groot" worden bestempeld
Art 1.01, B: Samenstellen
2: Sleep: Samenstel van van één of meer motorschepen en een of meer op tros daaraan verbonden andersoortige schepen, drijvende voorwerpen etc. etc.
Op basis van bovenstaande, durf ik te stellen dat er hier sprake is van twee schepen/combi's die beiden als "groot" kunnen worden bestempeld, en dus de sleepboot/ponton combinatie als oplopend bestempeld kan worden en derhalve geen recht van spreken heeft.
Dat het kleine vaartuig een pleziervaartuig lijkt te zijn, doet niet ter zake. De begrippen plezier- resp. beroepsvaart zijn een door de beroepssector zelf bedachte kreten, die op geen enkele manier juridisch zijn vastgelegd. Ze zijn ook niet in het BPR gedefinieerd, daar wordt slechts gesproken over grote resp. kleine schepen. Een niet slepende sleepboot van minder dan 20m is gewoon "klein".
Mijn instructeur VB (ex binnenvaartschipper) was daar destijds ook heel resoluut en consequent in: Er bestaan geen beroeps- resp. plezierschepen, alleen grote en kleine.
Mijn stelling is dan ook:
Er is hier sprake van 2 grote, en dus gelijkwaardige "slepen" met het ponton als oplopend. Die had dus in moeten houden ....
Verstandig was het zeker niet, maar ik ben benieuwd of jullie BPR artikelen aan kunnen halen die dit tegenspreken.
Rob