Nog even een reactie van deze zijde, hoe kom ik aan deze wijsheid.
Een zeer goede vriend van mij is technisch directeur van een gerenommeerd bedrijf, daar krijg ik dan ook met regelmaat advies van wat te doen of niet te doen bij het inbouwen van een scheepsmotoren en dergelijke.
Dit bedrijf heeft zelf 73 schepen varen, bouwen op eigen werf 3 nieuwe schepen per jaar voor de eigen vloot.
Daarbuiten vervangt dit bedrijf vrijwel continu motoren, oud voor nieuw, voor derden.
Al bij al, kennis is alom aanwezig in dit bedrijf.
Zo luiden dan ook het advies bij het inbouwen van onze splinter nieuwe scheepsmotor, carter damp naar buiten, uitlaattemperatuur meten en de tegendruk van de uitlaat zo laag mogelijk houden.
Als wij stevig doordraaien komt er behoorlijk wat smurrie uit de carter uitlaat, Nieuwe motor!
Watergekoelde uitlaat voor de injecteer gedeelte in de uitlaat een T stuk tussen geplaatst en met schuifkranen de water hoeveelheid knijpen zodat er voldoende water door de uitlaat gaat om te koelen (heb je niet zoveel voor nodig).
Het overtollige water word op het laatste stukje van de uitlaat geïnjecteerd.
Zo krijg je de minste tegendruk in een natte uitlaat, een droge uitlaat is echter de beste optie!
Uitlaattemperatuur 360 graden en dan weetje dat de opstelling ideaal is.
Tegen druk meten in de uitlaat met een waterkolom meter.
Misschien toch nog eens goed over nadenken.
Mvg,
Pascal.