Bericht door quichot » za 23 jun 2012, 08:28
Bij het vaststellen van de juiste schroef voor de pleziervaart, uitgaande van een bestaande installatie, lopen theorie en praktijk zelden hand in hand.
In de ideale wereld van de theorie rolt er uit een berekeningstabel, uitgaande van alleen de rompspecificaties, een ideale voortstuwingslijn, met maar één onbeduidend nadeeltje: volstrekt onbetaalbaar.
De praktijk is doorgaans weerbarstiger, zeker in de pleziervaart. Om drie redenen: 1. meestal staat er in je schip al een prima draaiende motor plus koppeling en kun je het je niet veroorloven die eventjes te vervangen, 2. die prima draaiende motor is in de meeste gevallen te zwaar voor zowel schip als pleziervaarttoepassing, en 3. de reductie van de koppeling is -uitgaande van het hoge toerental bij beroepsgebruik- meestal te groot.
Het is op zich niet zo moeilijk een bruikbare tabel te vinden op het internet. Zelf vind ik deze erg handig, omdat die uitgaat van een bestaande installatie:
http://vicprop.com/calculator.htm Probleem is echter dat die tabel van het optimale motortoerental- en vermogen uitgaat, uitgaande van de opgegeven fabrieksspecificaties. Met andere woorden, er wordt geen rekening gehouden met pleziervaarttoepassingen.
In 9 van de 10 gevallen rolt er dan ook een schroef uit waarbij je je doodschrikt van zowel doorsnee als spoed, en laat staan; prijs. Dit kun je voorkomen door de tabel te foppen. Dus bij welk toerental of snelheid vind je het wel welletjes, en hoeveel motorvermogen is daarvoor nodig. Dat is meestal wel te vinden in een vermogensgrafiek, anders moet je dat schatten. Als je dat vermogen invult als motorvermogen rolt er misschien niet de optimale schroef uit, maar wel het best haalbare compromis.
Wie vaart zit niet aan de grond.
Met schippersgroet, Guido