Omdat geen twee sluizen gelijk zijn, kun je geen algemeen geldend advies geven.
Kajoe merkt terecht op dat lussen in jachtenlijnen vaak te krap zijn. Dat is voor iedereen makkelijk te voorkomen: zorg voor ruime lussen, zodat je niet onder druk van snelvallend water met een pikhaak aan de gang moet om de lijn van de bolder te wippen.
Aquanaut wijst op het voordeel van dubbele bolders. Wie goedbeslagen ten ijs wil komen in álle sluizen heeft voor en achter dubbele bolders. Als je op een enkele bolder de lijn denkt te kunnen laten slippen, kan die zichzelf toch beklemmen tegen de bolderspijker. Geloof me, dat gebeurt vóór je ogen in een fractie van een seconde. Uw conclusie is juist: ook dat is mij in de vaarschool die praktijk heet een keer overkomen .
Bij overpakken naar lagere of hogere bolders hangt het van de sluis af of je daar een tweede lijn voor nodig hebt. De meeste sluizen, juist die met een groot verval, zijn gemoedelijke bakken water waar je voldoende tijd hebt om de lijn over te zetten. Maar Yep heeft gelijk: er zijn ook krengen bij die zuigen en kolken, en waar voor kleinere schepen eigenlijk geen voorzieningen zijn. Dan zul je naar bevinden moeten handelen. Dan kun je beter een tweede lijn klaarleggen, die je eerst op de boldersluis zet voor je de andere lijn losmaakt.
Verder: hoe langer je schip, hoe makkelijker het wordt. Je komt altijd wel binnen het bereik van meerdere bolders. Als ik in m'n eentje ben, schut ik net als René, vaak af aan de middenbolder. Dat kan prima als er niet teveel zuiging is. Dat weet je niet altijd van te voren, maar als je hetzelfde traject vaker vaart natuurlijk wel.
Een ander voordeel van een wat groter schip is dat je op de voorbolder een spring kunt zetten die net wat langer is dan het verval. Werkt prima bij afschutten tot een meter of vier. Dan hoef je alleen nog maar de achterlijn te laten slippen. Wél kruip je daarbij een stukje achteruit, dus dat kan alleen als er niks strak achter je ligt. Uiteraard moet je als je beneden bent je lijn kunnen losslingeren, vandaar die ruime lus.
In Nederland zijn er ook veel sluizen waar je maar een cm of 30 a 40 op- of neer gaat. Dan zie je toch veel jachten waarop gedurende de hele schuttijd iemand voor en achter een lijntje staat vast te houden. Zorg dan voor een beetje horizontale afstand tussen sluis- en schipbolders en ga een kop koffie drinken!