Als je de foto’s van het onderwaterschip bekijkt van jouw a.s. vlet
dan kun je zien dat het schip zonder problemen droog kan vallen
zonder hulpmiddelen.
Het schroefraam is het diepste deel.
Als je de schroef een tijdje vooruit laat draaien
op het moment dat je op het zand zit,
zakt het schroefraam mooi in
een kuiltje.
Als je dat niet doet
dan ligt je vlet ietsje voorover, is ook geen probleem.
Het schroefraam van een Valkvlet is beduidend groter en
de diameter van de schroef ook.
De grote zijscheggen zijn bedacht door Philip Valk.
Deze werken uitstekend.
Maar de oudere Valkvletten die de grote zijscheggen nog niet hadden
konden ook prima droogvallen.
Als je op het zand ligt, b.v. in het Franse Gaatje of onder Formerum,
zul je niet recht liggen,
maar daar wen je wel aan.
Bovendien komt de vloed sneller weer terug dan je denkt.
Pal onder de eilanden en onder de Friese kust in de slikvelden kun je kaarsrecht liggen,
de kielbalk, het schroefraam verdwijnen volledig.
Het klinkt debiel, maar ik neem altijd een aluminium huishoud trapje mee,
dan kan je makkelijk van boord.
Als je in de slik ligt, b.v. naast de jachthaven van Schiermonnikoog,
of onder het dorp op Vlieland,
bewaar dan een paar emmers water voor je voeten.
Als ‘s nachts het tij keert en er steekt een windje op
en je ligt te slapen,
dan hoef je niet bang te zijn dat je anker krabt,
als je tenminste 35 meter ketting hebt gestoken.
Als je nog wakker bent in de nacht
en het is hoogwater
en het tij keert
draait het schip.
Als de Brandaris door het andere raam schijnt
ligt het niet aan de Bokma.
Mvrg. Oeverloos