Daarbij komt: wij
mensen vinden poep en pies vies.
De natuur helemaal niet.
Die weet wel raad met jouw keuteltje.
Kan het nog voor van alles gebruiken.
Al was het maar om op te eten.
Na een paar dagen is je poep weg: nieuwe natuur geworden.
Maar wij vinden het vies, dus moet het verboden worden.
Nee, dan het grijze afvalwater.
Met allerlei chemische troep erin.
huppeldepup-ides, dat-en-dat-aten, micro-plastics die uit je kleding komen als je het wast en uit je mond als je de tandpasta na het poetsen uitspuugt: allemaal
man made.
En daar kan de natuur
helemaal niets mee.
Volledig onbruikbaar.
Geen microbe die het eet, geen plantje die het in iets omzet.
Na twee
eeuwen is het nog niet eens weg.
Maar dat vinden we niet vies.
Je ziet het niet, je ruikt het niet, je merkt het (in eerste instantie) niet.
Dus mag het onbehandeld huppp: zo het water in.
Vervolgens toppen we de plastic soep nog eens lekker af met allerlei pesticiden en kunstmestrestanten die van de landerijen afstromen bij elke regenbui.
(Bron: ProSea.nl)
Goed bezig met onze schijttankjes.
Ik persoonlijk kom tijdens het zwemmen of de boot schrobben liever een keuteltje tegen dan al die andere zooi die ik net noemde.
Maar, zoals gezegd, dat zie je niet.
Dus dan is het er ook niet.