Nog even over die brandstoffen (sic
): er zijn, naast wat Roelof aangeeft, nog twee zaken die voor een prijsschokgolfje hebben gezorgd: de Duitse mark was gekoppeld aan de gulden, waarbij 1 DM ongeveer f 1,12 was. Die koppeling was vooruitlopend op de transitie noodzakelijk, hoewel de Nederlandse gulden destijds economisch gezien de sterkere munt was.
Lange tijd was het dan ook de bedoeling dat de euro precies twee gulden zou worden, maar op het laatst verzette de Duitsers zich hiertegen. De euro moest en zou twee DM worden, waardoor de gulden de facto f 0,12 werd afgewaardeerd.
Minister van Financiën Gerrit Zalm bezwoer dat dit geen gevolgen zou hebben voor de koopkracht: er zou streng op worden toegezien dat winkels niet afweken van de omrekeningsfactor 2,20371. Dit verwaterde echter al snel, omdat winkelprijzen altijd met 9 cent aanleunen tegen een rond bedrag. Dus binnen de kortste keren veranderden prijzen als € 1,53 via € 1,59 in € 1,99. Daarentegen gingen prijzen als € 1,23 niét naar € 1,19.
Het leven werd met de komst van de euro dus weldegelijk een stukje duurder voor de Nederlander.
Wie vaart zit niet aan de grond.
Met schippersgroet, Guido