door eagle » 22 Dec 2013, 20:53
Bericht door eagle » za 03 nov 2012, 16:59
Over Temperatuurmeters (oa VDO)
De gever.
In de gever zit een weerstand. Daar kan stroom moeilijk doorheen (net als een smoring-gaatje bij hydrauliek).
Normale weerstanden worden zo gemaakt,dat de
weerstandwaarde ( uitgedrukt in Ohm; hoe hoger het getal, hoe hoger de weerstand, ofwel hoe kleiner het 'gaatje"...) konstant blijft, ook als de temperatuur
verandert.
Maar er zijn er ook, die juist zo gemaakt zijn,dat de weerstand wel verandert als de temp verandert.(volgens een vast bedrag per gr.C). Deze soort
heet "Thermistor".
Dat veranderen kan op twee manieren gemaakt zijn; 1/ Bij warmer worden wordt de weerstand hoger; die heet PTC (Positive Temp Coeff),
of:2/ Bij warmer: Weerstand wordt lager; NTC (Negative Temp Coeff).
Bij temp meting wordt de NTC versie gebruikt!
De weerstand zelf is een klein ding van niks, met twee aansluitdraadjes. VDO stopt die in een gever; die ziet er meestal uit als een flinke messing bout
met op de kop een elektrische aansluiting.
Een zeer verbreid type bij vele oudere motoren is de VDO 323 801 001 022 (Volvo Penta, Bukh,....),met M 18x1 draad.
De ene aansluiting van de NTC is binnenin aan het geverhuis gesoldeerd, en ligt dus aan massa.(Monteren met koperring, niet met teflon-tape!).De ander kant
ervan zit uiteraard aan de el aansluiting bovenop. Bij 10 gr C is de weerstand ca 1000 Ohm, bij 90 gr C nog maar 50 Ohm! De gevoeligheid is hoog; Als bij
koude motor,in gemonteerde toestand, de weerstand wordt gemeten, dan is het reeds voldoende om met de vingers tegen de boutkop wat warmte in
te brengen; De weerstandwaarde kun je dan zien dalen..
Soms is zo,n gever zg "Potentiaalvrij". Dit betekent dat de NTC dan niet eenzijdig aan massa ligt, maar dat de beide draden elk apart een eigen aansluiting
hebben bovenop de gever.
De motorfabrikant kan daar zijn redenen voor hebben... Beide aansluitingen hebben dan dezelfd afmeteting!(6,3 mm). Verwisselen mag.
Er zijn ook kombinatie-gevers; daarin zit zo,n NTC (voor de meter), maar ook nog een schakelaar met een bi-metaal; Die gaat dicht bij (bijv) 100 gr C. Beide
dingen hebben niets met elkaar te maken... De schakelaar ligt met een kant aan massa, de andere kant heeft bovenop de gever een el aansluiting. Hierop kan een
temperatuur-alarm worden aangesloten; De lamp/zoemer krijgt dan massa als de zaak te warm wordt..Dit type is kenbaar aan de Ongelijk-grote el aansluitingen bovenop:
De "normale"(6,3mm) is van de NTC, voor de meter. De kleinere (4mm) is de max temp schakelaar, voor het alarm. Verwisselen mag niet! (Er gaat niets kapot, maar
eea werkt ook niet..
Met bg info is de gever te testen....
De meter
De bijbehorende meters zijn zg Kruisspoelmeters.
Hierin staan rechtop twee dezelfde holle spoeltjes vast opgesteld, maar haaks op elkaar;Spoel A, en B. Binnenin de spoelenruimte is
een magnetisch schijfje draaibaar aangebracht.(lijkt op een mini-kompasroosje).
Als er stroom loopt door zo,n spoeltje, wordt het binnenin magnetisch. Het schijfje merkt dat, en wil graag in een
voorkeurstand gaan staan (net als een kompas..).De richting van het magnetisch veld binnen de twee spoeltjes wordt uitgemaakt door door de stroomsterkte door
de spoeltjes, of beter: De verhouding tussen de stroompjes. Door te spelen met die stroompjes kan het veld 90 hoekgraden gedraaid worden, met alle tussenstanden.
Het magneetschijfje (waaraan natuurlijk de wijzer zit) zal braaf volgen...
Het geheel wordt nu als volgt aangesloten: Achterop de meter zitten de aansluitingen: +, -, en G (gever). (lampje buiten beschouwing gelaten)
De Boordspanning na ''kontakt" komt binnen op +. Eerst is er dan een voorweerstand, die uitmaakt, of het een 12v resp.24v meter is. Hierop zijn dan
de + kanten van zowel spoel A alsook spoel B aangesloten.
De - kant van spoel A gaat via een vaste weerstand naar - in de meter zelf.
De - kant van spoel B gaat via de aansluiting G naar de gever-NTC op de motor naar -(massa).
De stroom door spoel A is dus steeds dezelfde; Als deze spoel A alleen aktief zou zijn, en B niet, zal de veldrichting de wijzer op "koud" draaien. Dat is het geval
bij koude motor, want dan is de weerstand van de NTC hoog, en daardoor de stroom door spoel B zeer laag (krijgt ahw bijna geen massa...).
Bij warme motor daalt de NTC weerstand in de gever, waardoor de stroom door spoel B ook groter wordt, en daarmee zijn
invloed op de magneetveld-richting (staat er immers haaks op..)
Aldus draait het magneetschijfje mee met de door A en B samen gemaakte veldrichting. Bij (te) hoge temp vd motor/gever is de weerstand van de NTC dermate
laag geworden, dat spoel B net zoveel doet als A, waardoor het veld 90 hoekgraden is gedraaid; de meter geeft "heet"aan...
Met bg info is de meter te testen;
Geverdraad losnemen: Meter op "koud".(Spoel B doet niet mee,maar spoel A moet de wijzer wel op "koud", dwz uit de hoek, sturen).
Geverdraad tegen massa houden: Meter moet naar "max heet" gaan; Spoel B komt vol in aktie. Gebeurt dit niet, dan kan de geverdraad nog
ergens onderbroken zijn. Geef dan direkt bij de meter op aansluiting G een -
Uit bg moge blijken, dat het aansluiten van twee meters (2x B spoeltjes) er voor zorgt dat de NTC weerstandwaarde te hoog is voor het "afvoeren" van de
dubbele stroomsterkte; De meters geven dan beide te laag aan (er gaat niets stuk). VDO heeft hiervoor gevers, waarin ahw twee NTC weerstanden parallel in
zitten, zodat eea weer klopt...
PS: Bovenstaand geldt ook voor oliedruk meters, alleen is de gever hier een mechanisch verstelbare weerstand, die via een armpje wordt versteld door de
beweging van een membraan, door de oliedruk erop, tegen een referentie veer in..
Bovenstaand geldt voor veel klassieke motoren zonder elektronisch managementsysteem
Gr Eagle