Net terug met van de boot, samen met de ontwerper van een roeren fabrikant.
ook de foto's van de collega Swin eigenaar en afbeeldingen op het net besproken.
Volgende opmerkingen heeft hij gemaakt:
Koersvastheid- De V-vorm van de boeg en het relatief vlakke achterschip maakt dat de kont gevoeliger wordt voor stroming en wind. Omdat de kont ver achter de stuurstand is, valt een koersafwijking niet direct op. (dit wordt in eerder genoemde ANWB citaat ook min of meer vermeld, daar wordt gezegd dat de boot loefgierig is).
- De wijzigingen aan het schroefraam bij onze boot tov origineel verergeren het verleieren van het achterschip (zie foto's)
- Een kiel verlenging kan zeker helpen maar niet zo rigoureus als ik in gedachten had.
- De verlenging van het achterschip loopt onderwater omhoog, zowel in langsscheepse als dwarsscheepse richting; dit help niet mee voor de koersvastheid.
Roer- Het huidige roer heeft de vorm van een uitgerekt "Wiebertje", de knik zit ter hoogte van de roerkoning.
Deze form heeft een zeer slecht effect op de werking van het roer. De knik kan wervelingen in het water rond het roer veroorzaken.
Een vlakke plaat als roer zou zelfs beter zijn.
- Het hoekprofiel maakt dat het roer extra gevoelig wordt bij kleine correcties maar (kan) verstorend werken bij rechtuit varen.
- Gezien de hoek waaronder de schroef geplaatst is (15 graden) zal een flaproer zeer waarschijnlijk niet het verwachte effect hebben tijdens het manoeuvreren omdat de stuwdruk scheef naar beneden gericht is en dus niet volledig op het roerblad komt.
Advies- Herstel de situatie rond het schroefraam zoals het origineel was.
- De kiel kan eenvoudig verlengt worden met ca 15 cm. dmv. een rechte strip vanaf het schroefraam tot de V-vorm van de boeg. Dit zal de koersvastheid verbeteren.
- Een druppelvormig balansroer (in de juiste verhoudingen) zal zowel de manoeuvreerbaarheid als de koersvastheid verbeteren.
- mbt koersvastheid kan het beste een skeg boven het roer geplaatst worden om op die manier de opening boven het roer zo goed mogelijk af te sluiten.
De werking van het druppelvormige roer heeft hij uitgelegd en is vergelijkbaar met de vorm lift van de bovenkant van een vliegtuigvleugel.
Dit creëert tijdens het manoeuvreren een onderdruk waardoor de boot "scherper"reageert.
De vorm van een "Wiebertje" creëert geen onderdruk maar verstoort de stroming rond het roer, dit wordt nog verergerd door de hoeklijn aan het uiteinde.
(ter vergelijk in zijn woorden: een vliegtuig met deze vorm vleugel (bovenkant) zal nooit opstijgen, ongeacht ongeacht hoe groot de straalmotor is).
De mij bekende informatie van de boot zoals lengte, breedte, diepgang, voortstuwing en waterverplaatsing heb ik doorgegeven en hij heeft zelf eea opgemeten.
Daarmee gaat hij aan het rekenen en ontwerpt een nieuw (balans)roer.
De inbouw zal wel een aanzienlijke operatie worden worden omdat de roerkoning waarschijnlijk verplaatst moet worden.
Ik ga hier wel mee door, ongeacht het werk.
Hier de foto's van de het originele schroefraam (zwart) en van onze boot (rood)
origineel
Onze Swin
Oplopende achterschip
Wordt vervolgt
Groet,
Roelof
The bitterness of poor quality remain long after the sweetness of a low price is forgotten